Leen Muller (1879-1969) bepaalde bijna vier decennia lang het artistieke gezicht van de Goudse Plateelbakkerij Zuid-Holland. Hij was een van de weinigen die zich in de plateelindustrie staande wist te houden op het snijvlak van kunst en commercie. Over hem is nu de monografie verschenen Leen Muller en de Plateelbakkerij Zuid-Holland . Het boek is een initiatief van kleinzoon Frits Muller en uitgegeven door Uitgeverij Primavera. In Museum Gouda is de gelijknamige tentoonstelling te zien tot 15 januari 2017.
Vaas met salamander, ontwerp van Leen Muller, uitgevoerd bij de Plateelbakkerij Zuid-Holland. (foto Museum Gouda)
Gouds plateel anders
Het succes van het plateel, het sier- en gebruiksaardewerk, stagneerde tegen 1920. Vooral van de kant van kunstenaars en ontwerpers klonk er kritiek. Het ooit geheel ambachtelijk vervaardigde plateel was verworden tot een massaproduct van dertien in een dozijn. Plateelfabrieken nodigden daarop kunstenaars uit om ontwerpen voor hen te maken, zowel wat de modellen betreft, als de decoraties.
De NV Plateelbakkerij Zuid-Holland, een belangrijke actor in de plateelindustrie, zette in 1920 de afdeling Kunstnijverheid op om het kwaliteitsniveau van hun plateel te verhogen. Leen Muller werd aangesteld als het hoofd van deze nieuwe afdeling. Hij was bij de Zuid-Holland begonnen als achttienjarige plateelschilder in 1898, het jaar van de oprichting van het bedrijf. Rond 1910 was hij er al opgeklommen tot ontwerper.
De inschakeling van kunstenaars leidde lang niet altijd tot successen voor de plateelindustrie. Wat uit de creatieve geesten voortsproot, was vaak niet of moeizaam in plateel te realiseren. Fraaie ontwerpen op papier, gingen stuk in de oven. Soms weken de glazuren sterk af van de ontwerpkleuren en kleurcombinaties. En als het artistieke ontwerp wel was uit te voeren, waren de kosten van de productie veelal relatief hoog. Bovendien bleek het artistieke plateel toch niet altijd in de smaak te vallen bij een groot publiek.
Plateelman en kunstenaar
Muller kende de plateelbakkerij van binnenuit. Hij had verstand van klei, van mallen en van glazuren. Maar hij had ook een artistieke kant. In zijn vrije tijd schilderde hij en maakte grafiek. Muller zou in artistiek opzicht altijd in de schaduw blijven staan van de grote kunstenaars in het plateel als Theo Colenbrander (1841 – 1930) en Henri Breetvelt (1864 – 1923). Maar hij wist zowel in vorm als in decoraties bijzonder aantrekkelijk plateel te vervaardigen, waarbij hij de technische eisen nooit uit het oog verloor en evenmin de veelal wat behoudende smaak van het grote publiek.
Muller raakte ook in de ban van de glazuren. Juist omdat hij de plateelbakkerij van binnenuit kende, besefte hij dat het glazuur in hoge mate de kwaliteit van het plateel bepaalt. In de begintijd van het plateel werd het met de hand aangebracht, maar veelal was men met spuitglazuur gaan werken om de arbeidskosten te verlagen. Muller zocht naar nieuwe glazuren met spectaculaire effecten. Zo werkte hij ook met kristalglazuren en ook met het radioactieve uranium. Hoe fraai zijn vazen en unica ook ogen, uiteindelijk kon ook Muller de teloorgang van de plateelindustrie niet stoppen.
Leen Muller en de Plateelbakkerij Zuid-Holland is een uitgave van Uitgeverij Primavera verscheen het gelijknamige boek, een initiatief van Frits Muller, kleinzoon van Leen Muller.
Leen Muller in Erfgoud
In Erfgoud 2015, het magazine van Open Monumentendag Gouda in het teken van ‘Kunst en Ambacht’ gaat Hans Vogels, conservator van Museum Gouda, uitgebreid in op de rol die Leen Muller speelde bij de Goudse Plateelbakkerij Zuid-Holland in zijn artikel ‘Kunstenaars in de plateelindustrie’.
Erfgoud is te verkrijgen voor € 8,00 via OMD of via cti@marccouwenbergh.nl
mijn algemene vraag is…..kan het zijn dat sommige items van Zenith Gouda, radioactief zijn?