Vrouwen van Museum Gouda. Met deze tentoonstelling viert Museum Gouda het ‘Gouda 2018 Roze Jaar’. Uit de museumcollectie koos Hedy d’Ancona werken van dertig kunstenaressen. D’Ancona is feministe en oud-minister. Zij noemt haar keuze een ode aan Josine de Bruyn Kops. Die was van 1976-1986 directeur van Museum Gouda. Zij kocht als eerste museumdirecteur in Nederland werken van eigentijdse kunstenaressen: o.a. van Marjolijn van den Assem en Yvonne Kracht.
‘Vrouwen van Museum Gouda’
Wie denkt dat de tentoonstelling een blauwdruk biedt van ‘vrouwelijke kunst’ komt bedrogen uit. Weliswaar spreekt uit de werken een eigen kijk op kunst. Bepalender is echter de artistieke kwaliteit. Dus ‘Vrouwen van Museum Gouda’ boeit vooral door de diversiteit van het werk. Als er iets gemeenschappelijks in is te ontdekken, is dat kracht. Dat stralen deze kunstwerken uit.
Erkenning die de kunstenaressen toekwam
Door het voorkeursbeleid van De Bruyn Kops konden vrouwelijke kunstenaars hun achterstond inlopen. Vrouwen waren nog nauwelijks vertegenwoordigd in museumcollecties. Want mannen domineerden de kunstwereld. Voor vrouwen was het lastig om kunstenaar te zijn. Ook al door hun zorgtaken. Niettemin, waren er vrouwen die erin slaagden. De Bruyn Kops gaf hen de erkenning die hen toekwam. En veertig jaar later blijkt dat hun werk niets aan zeggingskracht heeft verloren.
Voorloopster Charley Toorop
‘Vrouwen van Museum Gouda’ strekt zich uit over de bovenverdieping van het museum. Aan de uiteinden bevinden zich twee topstukken. ‘Arbeidersvrouw met twee kinderen’ van Charley Toorop uit 1918 opent de tentoonstelling. Dit schilderij herinnert eraan dat er altijd vrouwen op topniveau geschilderd hebben. De twee dochters kijken de toeschouwer indringend aan. De oudste oogt stuurs, bijna vijandig. Moeder heeft haar blik wat omhoog gericht. Zij gaat de directe confrontatie niet meer aan.
Kracht en elegantie
Aan de andere zijde van de tentoonstelling eist ‘Spiraal’ van Yvonne Kracht de aandacht op. ‘Spiraal is een rondwerveling van energie. De inkt vloog door de ruimte. Om uiteindelijk op het papier te spatten. Zo schilderde Kracht de ruimte in 1982. Maar het is alsof de inkt nog nat is. Ook haar energie en vrijheid zijn nog tastbaar.
Eveneens beweeglijk, maar monumentaal, is het elegante beeld ‘Tangodansers’ van Marijke de Goey. Eigenlijk is het een krachtige tekening in staal. Vervolgens beschilderd met een helblauwe verf. Twee geabstraheerde dansers zijn in de strakke lijnen te zien.
In het spoor van Nietzsche
Marjolijn van den Assem is vertegenwoordigd met ‘Bergwandelingen’ uit 1985 en ‘Wasserseite’ uit 1986. Beide kunstwerken zijn ontstaan vanuit de fascinatie van de kunstenaresse voor de filosoof Friedrich Nietzsche. De schilderijen zijn een kleurrijke neerslag van haar wandelingen in zijn spoor. Museum Gouda kocht elk jaar van haar recent werk.
‘Die Muzes’
Geheel in zwartwit zijn ‘Die Muzes’ van Marlene Dumas uit 1991. Acht portretten van vrouwen. Dumas ageerde tegen de rol van muze die vrouwen in de kunst hebben. Haar muzes tonen zich niet als verleidelijke bron van inspiratie. Integendeel, ze tonen een rauwe directheid. Ze zijn vooral zichzelf. En wellicht juist daardoor meer dan ooit een bron van inspiratie voor de kunst.
‘Vrouwen van Museum Gouda’’ is te zien tot en met 27 januari 2019 in Museum Gouda.
Meer recensies over tentoonstellingen in Museum Gouda:
Pieter Pourbus meester-schilder uit Gouda
Henk Helmantel in Museum Gouda