Mijn eerste marathon startte ik in Amsterdam op 15 oktober 2017. Na bijna vijf jaar intensief hardlopen was het daar tijd voor. 59 jaar ben ik, net zo oud als mijn vader toen hij overleed.
‘This is what you came for’
Marc Couwenbergh
De ochtendzon in een strak blauwe hemel komt net over de tribunes van het Olympisch stadion. In het zonlicht knalt het oranje van de atletiekbaan eruit. Mijn startvak, het een na laatste, ligt nog in de schaduw. Overal om me heen blote benen en blote schouders in een kleurenspektakel van duizenden gele, groene en oranje shirtjes. Het lijkt hoogzomer maar het is 15 oktober 2017. Acht maanden heb ik naar vandaag toegewerkt.
Mijn eerste marathon – De start
Week in, week uit, steeds meer kilometers rennen en opletten wat en hoeveel ik eet. Ik heb mijn dag-nachtritme aangepast. 21.30 erin, 7 uur eruit om mijn bioritme op deze marathondag af te stemmen. Vanochtend om 6 uur opgestaan om zo meteen om 09.30 te starten. Op de beats die door het stadion dreunen, wip ik mee. Het gaat goed komen! Maar zeker is dat allerminst. Nog nooit heb ik de 42 kilometer en 195 meter gelopen. We zijn weg! Ik zwaai naar de tribune waar Jet mijn vrouw ergens moet zitten.
De eerste 5 kilometer
Ik start achter de pacers met de eindtijd van 4 uur 30 minuten op hun ballonnen. In hun tempo van 6,5 minuten voor een kilometer gingen in september twee trainingslopen van 30 kilometer prima. Sneller kan me opbreken. De marathon is echt een heel eind! Dat besefte ik nadat op een warme dag eind juli mijn eerste 30 kilometerloop crashte bij 23 kilometer. De eerste 20 kilometer in een tempo van 6 minuten per kilometer waren goed gegaan, maar toen kwam de kramp. Geschrokken had ik Jet gebeld: kom alsjeblieft wat drinken en eten brengen. De spieren herstelden snel, maar mijn moraal had een forse deuk opgelopen.
Onder het Rijksmuseum
Het zijn vooral toeristen die op dit vroege uur verwonderd staan te kijken achter de dranghekken. Onder het Rijksmuseum weerkaatsen de rennende voetstappen tegen het gewelf. Ik krijg kippenvel. Dit is Amsterdam! De fietsonderdoorgang die na jarenlang en geldverslindend geharrewar uiteindelijk toch behouden bleef, is vandaag exclusief voor de marathonlopers. Fotografen proberen hier de ultieme foto van de Amsterdam Marathon te maken.
Rustig drinken
Bij de eerste verzorgingspost drink ik wandelend een bekertje Isostar. In eerdere wedstrijden bleef ik rennen om geen tijd te verliezen. Bij de trainingslopen heb ik echter ervaren dat het goed is om even rustig te drinken. In een marathon komt het voor mij niet aan op een minuutje meer. Ik neem ook een stukje powerbar van het dienblad dat een lachende vrijwilligster in het knalgele Amsterdam Marathonjackje ophoudt. De energiereep lost langzaam als een toffee op in mijn mond. Ik kom weer op snelheid.
In de achterhoede
Het parcours maakt een kleine lus over de Zuidas. Hier tussen de wolkenkrabbers is het alsof we de marathon van New York lopen. Terug gaat het door de Beethovenstraat. Aan de overzijde zie ik al de laatste lopers gevolgd door de bezemwagen. Dat herinnert eraan dat ik in de achterhoede loop. In andere wedstrijden ren ik inmiddels in de middenmoot mee. Maar dus niet in de marathon. Enfin, voorlopig ben ik nog niet de laatste.
‘Doen je tepels al pijn?’
We komen aan de Amstel. De aanmoedigingen van de steeds talrijkere toeschouwers klinken ook steeds luider en leuker. ‘Pap doen je tepels al pijn?’, lees ik op een bord dat een dochterlief ophoudt. Die van mij gelukkig niet. Ik heb ze zorgvuldig afgeplakt. Mijn hele lijf voelt prima. Ik geniet van het landschap dat Rembrandt al schetste. Ik beleef hier puur plezier aan het hardlopen. Die oerkracht in me waardoor ik letterlijk op eigen benen een eind van huis kom, geeft me een kick. Eerder dan verwacht, bereik ik het keerpunt: de brug bij Ouderkerk. De brugwachter roept: “Je bent op de helft!”
Eerste uitvallers
Bij 22 kilometer zie ik de eerste uitvallers. Een meisje loopt door de berm terug. De tranen glinsteren op haar gezicht. Een loopster naast me legt even een hand op haar schouder, maar dan zijn we al weer voorbij. Ik voel de saamhorigheid van lopers. We weten van elkaar dat het pijn kan doen. We hadden haar wel mee willen trekken naar de finish, maar uiteindelijk loop je allemaal je eigen race. Voorlopig ga ik nog steeds lekker. Bij de 25 kilometerpost neem ik de tijd om te rekken.
Op weg naar de 30 kilometer
De route gaat nu door een saai en uitgestrekt bedrijventerrein in Zuidoost. Uit ervaring met de halve marathon twee jaar geleden, weet ik dat het hier bikkelen is. Onder de viaducten van het knooppunt A10-A2 probeert een eenzame dj de lopers op te peppen. Op één fotografe na in de verste verte geen toeschouwer. Ook langs de Van der Madeweg nauwelijks supporters, maar er staan wel tekstborden. Ik lach bij ‘Smile als je zonder onderbroek loopt’. Ook het filosofischer getinte ‘Alles wat je nodig hebt, zit al in je!’ geeft mij moed.
‘Als we het halen’
Het tempo in het peloton zakt en ik schuif dichter op mijn voorgangers. Ik aarzel, maar ik besluit hen toch voorbij te gaan, al begin ik ook mijn benen te voelen. “Als we het halen …” hoor ik twee mannen tegen elkaar zeggen. Daaraan wil ik niet twijfelen. Gewoon blijven lopen! Ik vertrouw erop dat ik heb leren doorzetten. In mijn hoofd hoor ik mijn supercycle-leraren: “Nu gaat het pijn doen, nu begint je training pas; hier word je sterker van!”
Op weg naar de 35 kilometer
Bij de 31 kilometerpost maak ik een plaspauze met een bekertje drinken in de hand. Voor ik dat goed en wel op heb, hoor ik ineens: “4.30 we gaan weer!” Ik zie de twee oranje ballonnen snelheid maken. Snel gris ik nog een beker en een stuk banaan mee. Ik had gedacht dat ik nog wat verder voor lag op mijn pacers. Het kost me moeite om aan te klampen. Ben ik toch al moe? Gelukkig zit ik een paar honderd meter verder weer in hun tempo, maar ik besef dat de rek er nu uit is. Dat is eerder dan verwacht.
Stimulerend voorbeeld
We komen in de buurt waar mijn loopmaat Mat staat om me aan te moedigen. Is dat al in deze haakse bocht? Ja, daar is hij! In looptenue! Hij heeft mij ook gezien. “Het gaat goed!” Mat is meer dan tien jaar ouder, maar pas sinds een jaar kan ik hem in wedstrijden voorblijven. Hij is een stimulerend voorbeeld. Hij liep al de marathon toen ik nog moeite had met een halve. Inmiddels hebben we samen duizenden kilometers gerend. En terwijl ik aan de laatste 11 kilometer begin, rent hij rechtstreeks naar het Olympisch stadion, 7 kilometer!
Kramp!
Als we de hoek omgaan van de Molukkenstraat de Zeeburgerdijk op, gebeurt het. Kramp schiet door mijn hele linkerbeen van de kuit tot in mijn bil. Ik vrees tegen het asfalt te smakken, maar als ik land, houdt mijn been het. Ik loop door en laat voorzichtig mijn tempo zakken. De drinkpost van 35 kilometer is in zicht. Daar stop ik om te rekken. De 4.30 pacers gaan al door. Helaas, maar tijd is relatief. Rustig zet ik weer aan. De benen voelen zwaar, maar ik ren.
Doorzetten! Dat kan ik toch
In de verte zie ik negentiende eeuwse torens. Het Rijksmuseum al? Oh nee. Dit is pas het Tropeninstituut. We moeten nog helemaal van oost naar west! Doorzetten! Dat kan ik toch! Dat heb ik bewezen met de Halve Marathon in Egmond afgelopen januari. Na een half jaar blessureleed liep ik die in 1 uur en 56 minuten. Die euforie gaf de push om voor de hele marathon te gaan. In 2017 ben ik 59 jaar. Net zo oud als mijn vader toen hij overleed. Hij had gezond geleefd, veel gesport, maar een hersentumor maakte een abrupt einde aan zijn leven. Door juist in dit jaar een marathon te lopen, kan ik aantonen dat je met 59 nog heel ver weg staat van de dood.
‘Een aanslag op je lijf’
Eerder had loopmaatje Yvonne gewaarschuwd: “Denk er goed over na! De marathon betekent een enorme aanslag op je lijf!” Daarin heeft ze gelijk, maar met een goede voorbereiding moet het mij lukken. Terwijl ik half februari in een bleek winterzonnetje mijn 20 kilometer lievelingsroute langs de surfplas bij Reeuwijk rende, besloot ik me in te schrijven voor de Amsterdam Marathon.
‘Nog vijf kilometer’
“Nog vijf kilometer. Dat is een eitje voor jullie!”, moedigt een motoragent aan, de helm onder zijn arm. “Kom op!” Blijkbaar is van mijn gezicht af te lezen dat het niet meer soepel gaat. Maar de benen doen het nog, al heb ik er steeds minder controle over. Als we de tunnel onder de Wibautstraat uit komen is de helling te steil. Ik moet stilstaan om mijn kuiten lengte te geven. En dan ga ik weer. Op de brug over de Amstel dwing ik mezelf naar links en rechts te kijken. Ook genieten van het uitzicht op Amsterdam! En focus houden! Goed opletten waar ik mijn voeten neerzet met al die tramrails en verkeersdrempels.
‘This is what you came for’
De optie dat mijn benen het niet houden, ban ik uit mijn hoofd. ‘Giving up is not an option’, een slogan van de Egmond Halve Marathon, geldt voor mij vandaag. “This is what you came for”, zingt bodypumpjuf Tessa altijd mee met Rihanna als mijn bovenbeenspieren bijna exploderen bij 32 squats in de krachttrainingen. Ik kwam hier om een prestatie neer te zetten die respect afdwingt. Om iets te doen dat anderen nooit zullen doen, omdat ze niet de tijd hebben om zoveel te trainen, omdat hun lichaam er niet voor geschikt is, omdat het niet gezond is en omdat ze misschien toch teveel een watje zijn om dit te kunnen. Ik kwam om een ode aan mijn vader te brengen: mijn eerste marathon.
Elke 100 meter telt
Het Vondelpark in. Mijn ogen vinden een lege plek aan een dranghek vlak voor een moeder met babykind op de arm. “Eventjes de kuiten strekken”, zeg ik met iets dat voor een glimlach moet door gaan. Mijn ademhaling is relatief rustig. Dus met mijn conditie zit het wel goed. Maar in de benen komt nauwelijks ontspanning. Ik vloek binnensmonds en richt me op. De jonge moeder kijkt me bezorgd aan. “Het is nog maar twee kilometer”, zegt ze. Het klinkt bijna smekend. Blijkbaar voelt ze hoe belangrijk het is om die finish te halen. “Dank je! Ik ga ervoor!” In de verte zie ik de blauwe boog van 40 kilometer. Het zijn er dus nog een paar honderd meer.
Mijn eerste marathon: rennen en rekken
Ik kan nog om mezelf lachen als een marathonloper voor wie elke honderd meter telt. Vanaf de laatste post wandel ik al drinkend de vijftig meter die flauw omhoog lopen het park uit. Op de Amstelveense weg ren ik weer. Ik passeer de 41 kilometer, maar na de halve rotonde vliegt de kramp weer in mijn kuit. ‘Je haalt het!’ spreek ik mezelf moed in. ‘Go!’ Ik zet weer aan. Om me heen gaat het tempo omhoog voor een eindsprint. Die kracht heb ik niet. Ik ben al blij als mijn benen het blijven doen. Vlak voor de laatste bocht naar het Stadionplein moet ik nog een keer stilstaan en rekken. En weer door.
De blauwe hemelboog
Daar is het stadion! In de poort verkrampt mijn linkerbeen opnieuw en ik maak een ongecontroleerde sprong. Iemand stopt me een flesje Isostar in de hand en ik ren de oranje baan op. De bocht door. Het laatste rechte stuk. Nog een krampscheut. De tranen schieten in mijn ogen. Ik kijk omhoog naar de blauwe hemel en de boog van de finish en ik lach. Ik heb mijn eerste marathon gelopen! De cijfers op de klok staan voor mij op 4 uur, 36 minuten en 37 seconden.
Meer over mijn hardlopen inclusief alle lief en leed, klik hier.
Marc, ik ben onder de indruk van je prestatie. Wat heb je dat mooi beschreven, ontroerend.
Dank je wel Heleen!
Hallo Topper
Van harte gefeliciteerd met het behalen van je 1e marathon. Dit was bij mij ook mijn 1e. , en deze was in 2009 in een tijd van 4:53:45. En nu dit jaar ga ik mijn 4e Marathon lopen in Athene. En daar ga ik lekker genieten van de omgeving. Nogmasls gefeliciteerd
Dat lijkt me helemaal mooi en zwaar! Heel veel plezier in Athene!
Heel mooi geschreven Marc, afzien en genieten tegelijk! Nogmaals gefeliciteerd met dit deze fantastische prestatie op deze voor ons speciale leeftijd.
Dank je wel!
Wat knap Marc! en mooi beschreven. Gefeliciteerd!
Maaike Hofman
Dank je wel Maaike. Jij ook succes en plezier met het rennen!
Dag Marc,
Ik heb met veel interesse je boeiend verhaal over je wel en je wee tijdens de -voor jou nu al historische- marathon gelezen. Een fantastische prestatie zowel fysiek als ook mentaal. Een welgemeende felicitatie!
Dank je wel Toon.
Marc, wat geweldig geschreven! Ik heb genoten van je verhaal, wat geweldig verwoordt, het gevecht met jezelf! ik hoop het ooit eens te gaan halen maar pfffff wat is dat ver!
Dank je Gert-Jan. Geniet van het lopen. Dat vind ik het belangrijkste; afstand en snelheid zijn relatief.
Perfect broer.
Ik had je via de familie app natuurlijk al gefeliciteerd.
Prachtig beschreven met veel gevoel.
Speciaal met de herinnering aan papa dat jij de marathon op de leeftijd van 59 jaar hebt volbracht.
Dank je lieve zus!
Wat een mooi verhaal over kracht.
Ik herken mij er wel een beetje in. Vier het leven!
(Mijn man vorig jaar overleden aan een hersentumor. Sinds een jaar loop ik nu hard en loop volgend ja mijn eerste halve marathon van Egmond.)
Dank je voor je reactie Yvonne. Ik hoop dat je heel veel energie en kracht van het hardlopen krijgt; en ervan geniet! Heel veel succes.
Wat een geweldige prestatie Marc. Gefeliciteerd nog.
Het moet een mooie terugblik geven voor jou. Zeker met de herinnering aan je vader lijkt het mij nog meer voldoening geven
Geniet nog lekker na he
Groetjes Joke
.
Dankjewel, Joke
Lieve Marc,
Ik kreeg tranen in mijn ogen aan het einde van je verhaal. Wat een geweldige prestatie heb je geleverd! Ik begrijp nu wat beter je uithoudingsvermogen op de Driehoek. Ik hoop nog vaker met je te zeilen. Elly
Dank je voor je lieve commentaar, maar vergeet niet: ik was 1 van pakweg 10.000 lopers die dag die waarschijnlijk ongeveer eenzelfde verhaal hebben. En naar weer samen zeilen, kijk ik ook uit!