Mijn tweede marathon: #demooiste. Na mijn eerste marathon in Amsterdam oktober 2017, startte ik zondag 8 april 2018 in #demooiste: de Rotterdam Marathon. Meer dan 900.000 toeschouwers die uitgelaten de 14.000 lopers aanmoedigden. Het was een volksfeest. Maar inclusief pijn, verkrampte benen en de drama’s van moeten opgeven.
Marc Couwenbergh
‘You never walk alone’
De zon schijnt tussen de kranen van de Museumhaven door op de vijftienduizend lopers in de startvakken. Nu is de warmte welkom. Straks zal dat anders zijn. Startvak 5 is zo vol, dat we, mijn loopmaat Mat (73!) en ik, niet meer bij de 4.30 pacer kunnen komen. Dan maar bij de 4.40. Ondertussen belooft Lee Towers ons: ‘You never walk alone’. Even na de dreun van het startschot met kanon, schuiven we door naar de startlijn. In de verte lonkt het silhouet van de Erasmusbrug. Ernaast de gigantische waterfonteinen van de blusboten van de havendienst.
Feijenoorders
We rennen! Het is opletten niet op de hielen van een voorganger te trappen. Toch even opzij kijken. De Erasmusbrug over vind ik altijd al mooi, maar vandaag is het helemaal bijzonder. Onderaan, op het Wilhelminaplein, zetten Mat en ik aan om voor de pacer van 4.40 te komen. Daar is meer ruimte. En misschien dat we toch dichter bij de 4.30 kunnen komen. Als De Kuip in zicht komt, heffen de Feijenoorders onder de lopers hun clublied aan.
Marathonervaringen
Bij de eerste post drinken we al wandelend een beker water en wat sportdrank. Dan rennen we weer verder. Er is meer bewolking gekomen, dus minder warm. Prima! Het tempo ligt rond de 6.15. Eigenlijk is dat te snel, maar in de drukte is het handig je tempo af te stemmen op je voorgangers. Steeds inhalen, of ingehaald worden, vergt extra energie. Mat raakt aan de praat met een loopster over hun eerdere marathonervaringen. Overal moedigen toeschouwers aan. Een jonge vrouw met hoofddoek roept mijn naam.
‘Niet eerlijk’
Bij de tweede drinkpost raken we elkaar kwijt, maar dan hoor ik Mat roepen: “Hier ben ik!” De route gaat over een fietspad langs de zuidrand van de stad. Een lang stuk van bijna 5 kilometer. Maar het is lekker om even groen om ons heen te hebben. Een klok meldt dat de marathon inmiddels al ruim anderhalf uur bezig is. “De snelle jongens zijn over een half uur al weer klaar. Het is niet eerlijk”, grapt Mat.
Mijn tweede marathon: #demooiste – een sprintje
Bij de 15 kilometerpost neem ik een stukje powerbar. Tijdig mijn energievoorraad aanvullen is belangrijk. Het loopt goed, maar de warmte is wennen. Terwijl we nog wandelend water drinken, komt de pacer van 4.40 ons voorbij. Mat gaat er achteraan. Ik heb moeite om aan te zetten. Maar eenmaal weer op tempo lukt het om bij Mat te komen. Achter de pacer is het me te druk. Als ik zie dat verderop de weg versmalt, trek ik een sprintje. Voor de pacer is er meer ruimte.
17 kilometer
Ik loop inmiddels de lus rond het Zuiderpark. Mat is nog niet langszij gekomen. Ik voel mijn benen. Mijn hartslag piekt. Na 17 kilometers ervaar ik altijd vermoeidheid. Vijf jaar geleden, in de training voor mijn eerste halve marathon, was het lastig om verder dan 17 kilometer te komen. En het is een omslagpunt gebleven, al kan ik mijn aantal 20-en-meer-kilometerlopen niet meer tellen. Ik concentreer me op mijn ademhaling. Elke inademing stuur ik tot in mijn benen. Bij de uitademing stel ik me voor dat mijn beenspieren ontspannen. Ik maak de uitademing zo volledig mogelijk.
1958
Het halve marathonpunt ren ik voorbij. De route gaat terug naar het centrum. We komen langs de Maashaven. Boten kijken is altijd leuk. Op de enorme loods van Meneba zie ik gevelreliëfs met familiewapens en het jaartal 1958. Mijn geboortejaar! Op mijn 59e loop ik twee marathons! Mijn vader overleed toen hij 59 was. Daarom ben ik op mijn 59e een marathon gaan lopen. Inmiddels leef ik al 7 maanden langer dan hij. En ren ik mijn tweede marathon: #demooiste.
Banaan en gaan
Nog voor het Wilhelminaplein staan Daan en Eef, mijn zoon met zijn lief. Een gepelde banaan in de hand. Heerlijk! Even stilstaan. Ik laad me op aan het lekkers en hun support. En dan weer gaan! Op het volgepakte Wilhelminaplein zingt iedereen mee met de muziek. Ik ben waarschijnlijk de enige die de tekst niet kent, maar ik laat me heerlijk meevoeren op het enthousiasme. Weer de Erasmusbrug op. Ik kijk omhoog naar het schitterende lijnenspel. In de afdaling zie ik de mensenzee richting Coolsingel. De Rotterdam Marathon is inderdaad een happening. Wat een kick om hierin mee te rennen!
‘Die is voor jou!’
In die geweldige entourage volgen de kilometers elkaar snel op. Daar is de 30 kilometerpost. Ik drink extra water en sportdrank. Nu gaat het echt beginnen. Terwijl mijn benen aangeven dat het mooi is geweest, wachten de laatste twaalf kilometers. Wat verderop, waar de lus om de Kralingseplas begint, zal Jet mijn vrouw en mijn jongste zus en zwager staan. Morele ondersteuning op een cruciaal punt. Over support heb ik sowieso niet te klagen. De smalle Boezemstraat is één aanmoedigende massa. Wat een feest! Van een meisje krijg ik een banaan. “Neem maar! Die is voor jou!” Zo lief!
Een zoen
Even ben ik bang dat ik in de drukte mijn eigen supporters niet zal zien. Maar dan hoor ik mijn zus mijn naam gillen. Ze is ergens bovenop geklommen en zwaait enthousiast. Het is heerlijk om even bij hen tegen het dranghek te leunen. Nog een stuk banaan. Ze hebben al gezien dat Mat een stuk achter me loopt. Nog een zoen en weg. Een paar honderd meter verder krijgen we bij een drinkpost een gel. Die bewaar ik. Eerst nog maar eens kilometers maken. De benen zijn zwaar, maar mijn tempo is nog ok. Steeds meer mensen gaan wandelen. Langs de kant proberen EHBO-ers verkrampte benen los te krijgen. Over de parallelweg rijdt een ambulance.
Mijn tweede marathon: #demooiste – ‘Je kunt het!’
Eerder dan gedacht slaat de route rechtsaf. Het eerste stuk van de lus al weer gehad. Dan dringt het tot mij door dat ik een bekende stem keihard mijn naam hoor roepen. “Marc! Rennen! Je kunt het!” Het is Jet! Op de enorme schermen die de sponsor langs de kant heeft opgesteld, zie ik haar me aanmoedigen. Wat een leuke verrassing. Ook mijn zus en zwager verschijnen levensgroot in beeld. Ik wist dat supporters aanmoedingsfilmpjes konden insturen, maar ik had niet door dat je die hier zo groot zou zien.
Blijven lopen
Dan is de 35 kilometerpost in zicht. Die gebruik ik voor een sanitaire stop. De 4.40 pacer rent voorbij. Tot mijn verbazing volgen slechts een paar lopers haar. Mat is er niet bij. Hij zou bij de drinkposten de tijd nemen om te herstellen. Uitlopen in vijf uur zou ook prima zijn. Ik doe geen moeite meer om dicht achter de pacer te komen. Maar mijn eigen tempo kan ik nog goed vasthouden. Gewoon blijven lopen! Aan het eind van de Kralingse Plaslaan zie ik mijn lieve supporters weer. Even bij hen rekken tegen het dranghek.
Focus
Het feest in de Boezemstraat is nog groter dan een uur geleden. Steeds weer roepen toeschouwers je naam. “Kanjers! Toppers! Respect!” Ik passeer de 40 kilometer. Ik ga het halen. Mijn benen geven wel het signaal dat het nu mooi is geweest. Focus! Ik dwing me geconcentreerd te blijven lopen. De kleinste oneffenheid kan nu rampzalige gevolgen hebben. Op de Blaak stop ik even. Op een minuut komt het niet aan. Ik rek zorgvuldig mijn benen en drink mijn laatste flesje leeg. “Nog één slokje Marc en dan ga je weer,” roept een toeschouwer. Lachend volg ik zijn advies op.
Mijn tweede marathon: demooiste – drama en euforie
Ik draai de hoek om de Coolsingel op. De finish is nog een eind, maar al die honderden meters mag ik me een held voelen. Dat het niet vanzelfsprekend is dat je de finish haalt, besef ik als we plots naar rechts worden gedirigeerd. Een ambulance moet er langs. Even verderop zijn EHBO-ers bezig met iemand in de stabiele zijligging. Drama en euforie gaan samen in de laatste meters van mijn tweede marathon: de mooiste . Mijn benen houden er bijna mee op. En toch voel ik me sterker dan ooit. De klok in mijn tweede marathon: #de mooiste staat stil op 4 uur, 41 minuten en 54 seconden. Op de leeftijd dat mijn vader stierf, heb ik twee marathons gelopen. Mijn telefoon meldt dat Mat bij 37 kilometer is moeten stoppen: twee totaal verkrampte benen.
Mooi Marc! Dank voor je mooie verhaal!